Alleen maar kijken door mensenogen is saai. Daarom maakten Bibi Dumon Tak en Annemarie van Haeringen een boek over dieren die spreekbeurten houden over andere dieren. In dit project worden enkele spreekbeurten nader onder de loep genomen met aandacht voor taalbeschouwing, vertelperspectief en creatief schrijven. Daarnaast gaan de leerlingen zelf weetjes over dieren verzamelen.
Opbouw van het project
Het project bestaat uit vijf lessen die ieder ongeveer vijftig minuten in beslag nemen en los van elkaar gegeven kunnen worden:
Les 1 Even voorstellen – introductie en startschot zelfstandig lezen
Les 2 Door een gekleurde bril – over vertelperspectief met aandacht voor intonatie
Les 3 Spreekbeurtpraat – over spreekbeurten met focus op feiten en meningen
Les 4 Dieren met persoonlijkheid – over dierlijke personages met menselijke eigenschappen
Les 5 De mens gezien door dierenogen – creatief schrijven vanuit dierenperspectief over de mens
Flexibele opzet
Advies is om het project uit te smeren over vijf weken. Dan is er voldoende tijd voor de leerlingen om kennis te maken met de personages uit het boek en vanuit hun eigen nieuwsgierigheid verder te lezen over dieren. Bij elke les horen ook vervolgactiviteiten. De leerkracht kan hieruit zelf een keuze maken. Natuurlijk kan de leerkracht er ook voor kiezen om slechts enkele lessen uit het project te doen.
Powerpoint als kapstok
Een diapresentatie biedt tijdens het project houvast en helpt bij het introduceren van de lesonderwerpen. Via linkjes worden de leerlingen verwezen naar meer bronnen met informatie over dieren.
Geïntegreerd taal- leesonderwijs
De spreekbeurten in het boek wekken de nieuwsgierigheid van de leerlingen op en stimuleren om meer over de besproken dieren te weten te komen. Informatieve boeken over dieren in de klas en de websites waarnaar wordt verwezen, bieden daartoe alle mogelijkheid. Leerlingen oefenen zo in een thematische context allerlei taalvaardigheden, zoals: zoekvragen formuleren, geschikte bronnen vinden, informatie zoeken en selecteren in een tekst en informatie gebruiken in een mondeling of schriftelijk verslag. Daarnaast wordt gewerkt aan de leesmotivatie, creatief schrijven en het inzicht in taal: vertelperspectief, criteria voor het houden van een spreekbeurt en het onderscheid tussen feiten en meningen.