IMC-Weekendschool is een organisatie die kinderen en jongeren in de armste wijken van Nederland extra impulsen geeft om zich te ontwikkelen en te oriënteren op hun toekomst. Boeken en verhalen openen je wereld en geven nieuwe perspectieven. Dat is waar ik als Zin voor Zin voor sta. Ik ging dan ook graag in op de uitnodiging van het IMC om een gastles te geven in groep 7 van de Aboe el-Chayr, de islamitische school in Tilburg. Via verhalen ontdekken we onszelf en de wereld. Dat heb ik ze laten ervaren aan de hand van een paar verhalen uit de orale verteltraditie. Over Nasreddin Hodja bijvoorbeeld – bij sommige leerlingen welbekend – die met zijn vader en een ezel door de woestijn trekt. Eerst zit Hodja op de ezel. Maar in het eerste dorp dat ze passeren, hoort hij iemand schamperen: ‘Die jeugd van tegenwoordig… Moet je nou kijken, zelf zit hij prinsheerlijk op die ezel en zijn arme oude vader laat hij lopen!’ Met het schaamrood op zijn kaken staat Hodja zijn plaats af aan de ezel. Maar ook dat levert commentaar op, want wat is dat nou voor vader die zijn zoon geen plek op de ezel gunt? Vervolgens wordt ook een derde en vierde tactiek afgekeurd: als ze samen op de ezel zitten, klinkt het dat ze dierenbeulen zijn en als ze beide náást de ezel lopen, worden ze uitgemaakt voor sufferds. Kortom: het is nooit goed, je kunt maar beter luisteren naar je eigen hart! Een verhaal met een wijze levensles, zoals veel verhalen uit de mondelinge verteltraditie. Maar ook een illustratie van hoe iedereen voortdurend verhalen maakt van wat hij ziet en de gebeurtenissen inkleurt vanuit zijn eigen persoonlijke perspectief. Het mooie van verhalen is dat je je in verschillende perspectieven leert verplaatsen. Als lezer kruip je voor even in de huid van een ander en kijk je vanuit zijn of haar ogen naar de wereld. Dat kan nieuwe inzichten geven: óók over jezelf. Want hoe zou jij in een soortgelijke situatie hebben gereageerd? Waarin lijk je op de hoofdpersoon en waarin ben je juist heel anders? Dit soort vragen worden automatisch opgeroepen, waardoor een boek zowel venster als spiegel kan zijn. Juist door je te verplaatsen in een ander en – voor even – mee te gaan in diens gedachten en gevoelens, krijg je een duidelijker beeld van wie jij zelf als persoon bent of wil zijn.
In mijn gastles op de Aboe el-Chayr hebben we ook gekeken naar heel bijzondere perspectieven in kinderboeken. In ‘Bliksemkind’ van Hans Hagen krijgen bijvoorbeeld niet alleen personen een stem, maar ook een steen, een vulkaan, de bliksem, een radio en zelfs een rij mensen. In ‘Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda’ van Bibi Dumon Tak houden dieren spreekbeurten over andere dieren en in ‘Dát bedoel ik, zei de zalm’ van Joke van Leeuwen voeren dieren en voorwerpen gesprekken met elkaar. Als afsluiting liet ik de leerlingen zelf een stukje schrijven vanuit dierenperspectief. Dit levert ook weer een nieuwe kijk op over de mens. Zo schreven de kinderen over een rat die bang is voor al die mensen die bang zijn voor hém. Over een muis die mooi níet in al die door mensen opgezette muizenvallen trapt en over een poema in de dierentuin die uit zijn kooi breekt en een mens verorbert. Daar tegenover stond dan wel weer de huiskat, die ‘zijn mens best wel lief vindt’.
Ik hoop dat mijn les de kinderen heeft aangespoord om op ontdekkingstocht te gaan in boeken verhalen en zich te blijven verplaatsen in andere perspectieven: om steeds meer van de wereld te zien en om steeds nieuwe en verrassende kanten te ontdekken van zichzelf.